VIII
TV tt IIEH1NNEHING'.
„borstbeeld te plaatsen van generaal David Hendrik baron
„Chassé.
„Xadat op bot initiatief van den beer oud-kapitein C. A.
„Koorevaar zieli eenige belangstellende ingezetenen tot eene
„commissie hadden gevormd, werd het nocdige beraamd en
„voorbereid, en wat gewenscht werd, is nu tot stand gekomen.
„Met voldoening mag de commissie op haren arbeid terugzien
„en gaarne wensch ik namens de commissie hulde te brengen
„aan Zijne Excellentie den minister van oorlog, vertegenwoor
digd door den generaal-majoor De Petit, den plaatselijken
„commandant den majoor TJilkens en den kapitein der genie
„Faure voor de zoo welwillende medewerking, welke de com-
missie hunnerzijds heeft mogen ondervinden.
„De krijgsgeschiedenis doet ons Chassé kennen als een hel
denfiguur, die gedurende het tijdperk van de Fransclie omwen
teling en van het keizerrijk aan al de veldtochten deelnam
„wiens dapperheid hem den titel van baron des keizerrijks deed
„verwerven. In Nederlandschen dienst overgegaan, nam hij
„deel aan den slag van Waterloo en niet het minst is hij be-
„roemd als de dappere verdediger der citadel van Antwerpen
„Tegen eene belegering, die als een der merkwaardigste van
„dien tijd genoemd wordt.
„Maar meer bijzonder wekt zijn naam groote belangstelling
„in deze gemeente, dewijl hij vele jaren met de Bredasche be
volking heeft saamgeleefd, tot dat de dood hem op 84-jarigen
„leeftijd, en wel in 1849, uit ons midden wegnam.
„En nu de Chaasé-kazerne verrees, konden de ingezetenen
„het verlangen niet weerstaan in het eeren van den beroemden
„krijgsman en stadgenoot een hulde te brengen aan het geheele
„Nederlandsche leger.
„Breda leeft saam met een deel van dat leger in nimmer ver
stoorde harmonie, aangename verstandhouding en wederzijd-
„sche waardeering, en ontleent, ik zeg het rondborstig, aanzien
