83 „Yolgt men de sub 2 of 3 genoemde wegen dan moet men „courante voorwerpen laten vervaardigen. l)e keuze wordt dan „zeer beperkt. Voor de meubelmakers zoude dit nog eenigs- „zins uitvoerbaar zijn, alsmede voor de timmerlieden van liet „eerste jaar, welke dan droogrekjes, mangel- en vuilnisbakken „en andere huishoudelijke artikelen konden maken. Geen des kundige zal dit evenwel voor de vorming der leerlingen ge- „wenscht achten. De meer gevorderde leerlingen hebben zeer „zeker andere werkstukken ter vervaardiging noodig en nu „zal men ioch niet eene partij deuren, lichtramen, trappen, „ankers, ijzeren deurpaneelen enz. in voorraad laten maken, „omdat vorm en afmeting van die voorwerpen voor elk bijzon- „der geval verschillen. „Bovendien, stel dat men daartoe, volgens onze overtuiging „tot schade van de vorming der leerlingen, overging, wat „zoude daarvan het gevolg zijn? Dat de voorwerpen alsdan „verre beneden den prijs door de zoogenaamde eigenbouwers „zouden worden aangekocht, en in dat geval zoude men terecht „kunnen spreken van nadeel aan de werklieden toegebracht. „Wij meenen met het bovenstaande voldoende te hebben aangetoond a. „dat het werken op bestelling aan de ambachtsschool „geen nadeel aan de werkbazen en de werklieden te „Breda toebrengt b. „dat het voor het onderwijs aan de ambachtsschool „noodzakelijk is dat voorwerpen op de ware grootte door „de leerlingen worden vervaardigd in verscheidenheid, „zooals die voor de verschillende bouwwerken enz. noo- „dig zijn en dat die voorwerpen zoo eenigszins mogelijk „direct eene nuttige bestemming krijgen. „Wij geven U daarom in overweging aan adressanten te „berichten, dat het werken op bestelling aan de ambachtsschool 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 100