84 „geen nadeel aan de werkbazen en aan de werklieden te Breda „toebrengt en voor bet onderwijs noodzakelijk is, zoodat er geen „termen zijn gevonden om te dien aanzien van den tot nu toe „gevolgden weg af te wijken." De voorzitter deelde mede, dat met betrekking tot deze zaak alsnog was ingekomen een adres van de timmerlieden-vereeni- ging )rde en matigheid" alhier, houdende adhaesie-betuiging aan het adres van het bestuur van den R. K. Volksbond, en legde over, met betrekking tot de daarin vermelde bezwaren, een bereids ingewonnen bericht van den heer directeur der ambachtsschool. Xa korte beraadslaging werd besloten de zaak aan te houden. Zij kwam aan de orde in uwe zitting van den d Februari 1900, toen, zonder eenige bedenking, besloten werd op de bo venbedoelde adressen aficij:end te beschikken. Met het bovenstaande hebben wij de beschrijving afgewerkt der zaken, genoemd in ons verslag over 1899, doch waarvan de verdere behandeling overging in 1900. Thans volgt datgene wat de raadszittingen, gehouden in 1900, aan nieuwe en meest belangrijke zaken ter beschrijving hebben opgeleverd. 13 Januari 1900. Het ter zijde genoemde jubilé deed ons aan U het volgende Vijf en twintigsc]"v en r;c]pen jarisj ambts- jubilé van den (jp den eersten Januari 1875 trad de heer G. Lamers als lieer G. 1 Lamers, ge- „gemeente-architect m dienst der gemeente. mee'tect.'C „Krachtig begon in dien tijd de gemeente zich te ontwik kelen en bleef zich doorgaande ontwikkelen tot op het huidig „oogenblik.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 101