89
„bedrog schuilt, maatregelen willen nemen, dat dit bedrog
„beteugeld wordt.
„Wij hebben mitsdien de eer U te adviseeren, aan art. 189
„der algemeene politieverordening dezer gemeente als vijfde
„zinsnde toe te voegen„De z.g. „maten' boter, welke ter
„markt worden aangebracht, moeten 6,2 hectogram wegen.''
„En daarop van toepassing te maken de strafbepaling, vervat
„in art. 190 der evengenoemde verordening."
Up voorstel des voorzitters werd toen besloten de stukken
om bericht en raad te stellen in handen van de commissie voor
de strafverordeningen. Deze commissie verzocht in uwe zit
ting van 21 April 1900 's-raads gevoelen te mogen vernemen,
of bij het ter markt brengen van „maten" boter ook moeten be
grepen worden onderdeelen van maten, die een bepaald ge
wicht moeten hebben, omdat onder de benaming van maten,
moetende wegen 0,2 hectogram, ook ter markt worden of kun
nen worden gebracht maten, die onderdeelen daarvan uit
maken.
De raad gaf te kennen, dat ook hem het regelen der onder
deelen noodzakelijk voorkwam, waarna de commissie m uwe
zitting van 19 Mei 1900 voorstelde, de aan art. 189 der alge
meene politieverordening toe te voegen vijfde zinsnede te doen
luiden
„De zoogenaamde maten boter, welke op de botermarkt woi»
„den aangebracht, moeten een gewicht hebben van 0,2 hecto
gram en de onderdeelen dier zoogenaamde maten een aan dat
„der geheele maat evenredig gewicht,"
Zonder bedenking werd dit voorstel goedgekeurd.
In uwe vergadering van den 9. Juni 1900 werd oveigelegd
het schrijven van de Gedeputeerde Staten, houdende bericht
van ontvangst van liet toegezonden afschrift tot aanvulling
van de algemeene politieverordening voor deze gemeente.