95 1 April 1900 tot 1 April 1901 met 1 cent per MA te verhoogen en een eventueel te kort op den loopenden dienst zoo noodig te vinden door verhooging van den lioofdelijken omslag werd aangenomen met 14 tegen 5 stemmen. 24 Maart 1900. XIX- De commissie voor de ambachtsschool deelde TT mede, dat de Provinciale subsidie ten uitgaven ten behoeve dier inrichting over 1899 hadden bedra- behoeve der ambachts- gen f 13819.69 en de ontvangsten f 13062.745, zoodat een na- schoo ,]eelig si0t verkregen was van f 756.94s, en gaf TT dientenge volge in overweging, op grond van liet besluit van d£ provin ciale staten in Xoord-Brabant van 21 -Tuli 1897, eene provin ciale subsidie aan te vragen tot laatstgemeld bedrag. Dienovereenkomstig werd door II besloten. De gevraagde subsidie werd door de provinciale staten toe gestaan. 21 A-pril 1900. De ter zijde bedoelde aanvrage geschiedde door het comité, Aanvrage benoemd door de algemeene vergadering van den Bond van sche bijdrage vrouwelijke verloskundigen in Nederland. 'te^u-hten* ^leer Heijlaerts betoogde de wensehelijkheid om op liet Pvoor°oi!d"dS verzoek i11 gaal1 er op wijzende, dat de gemeente zelve daar- zieke en ge- toe vroeger liet voorbeeld had gegeven door het pensionneeren brekki«fe 0 vroedvrouwen eener vroedvrouw. De heer Reigersman kon zich niet voorstellen, dat er ge meentebesturen zouden zijn, die hare gesalarieerde vroedvrou wen, wanneer deze invalide werden, aan haar lot zouden over laten. Na repliek van den heer Heijlaerts, deed de heer Tan Dam opmerken, dat zoolang* niet alle gemeenten, waar stadsvroed- vrouwsen zijn, zich bij het comité hadden aangesloten, het geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 112