,99 subsidie werd verhoogd tot een minimum van f 10000. De vraag, wie beslissen zal, of en welke onvermogende jon gelieden door buitengewonen ijver uitmunten en van goed gedrag zijn, maakte een onderwerp van bespreking uit tus- schen de hoeren mrs. IngenHousz, Van Dam en de voorzitter. De heer Witsenborg keurde de door den minister gestelde vooi-waarden volkomen goed. Mochten nu ook al meisjes wor den toegelaten, later zou de raad wel eens een besluit in an deren zin kunnen nemen. De heer Rombouts wees er op, dat de minister onlangs in de kamers de toezegging had gedaan, dat door hem geene nieuwe subsidiën of verhooging daarvan zouden worden voorgedra gen, zonder daarbij als voorwaarden te stellen het toelaten van meisjes en van onvermogenden Op voorstel des voorzitters werd vervolgens besloten aan den minister te berichten, dat de raad bereid was aan de gestelde voorwaarden te voldoen, doch wel wenschte dat de subsidie minstens tot f 10 000.wierde verhoogd. 21 A/pril 1900. XXIV r^er za^ie i- m- genoemd, richtten wij aan 17 het volgend Onbewoon- schrijven baarverkla- ring van „Bij ons besluit van 12 Februari 1.1. werd het vermoeden „uitgesproken, dat de bewoning van de gebouwen, staande „binnen deze gemeente aan den Haagdijk (Raapsche gang) „Vos. 28, 30, 32, 34, 36, 38, 40 en 42 (eigenaars J. B. en con sorten) en No. 44 (eigenaar Gr. G.) nadeelig was voor de open- „bare gezondheid en werd, in overleg met de gezondheids- Sommissie, het onderzoek dienaangaande opgedragen aan eene „commissie van deskundigen, met uitnoodiging aan die com- „missie om van hare bevinding verslag uit te brengen, met „vermelding van de vereischte verbeteringen en van den tijd, „benoodigd om die aan te brengen, of wel van het gevoelen, 7 woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 116