102 21 April 1900. XXV. Te gelijkertijd met liet adres van M. Bakkeren, aannemer eener zoo^e- Princenhage, in liuur verzoekende eene zoogenaamde Ja- Jacobskdder ^bsla-dder, aanwezig op liet terrein der gemeentewerken, de den wij U, ter verlangde bespoediging van de zaak, dienaan gaande ons praeadvies geworden, dat luidde als volgt „De heer 31. Bakkeren, aannemer te Princenhage, vraagt „voor een tijdvak van zes maanden in huur, eene aan de ge- „meente todbelioorende zoogenaamde. Jacobsladder, ten ge- „bruike aan den bouw der kerk aan den boulevard Breda „Mastbosch. „Bedoelde Jacobsladder is afkomstig van de restauratie van „den grooten toren, nu ongeveer 30 jaren geleden, en is se- „dert niet meer gebruikt, doch niettemin in goeden staat, be- „halve de houten stoel, die grootendeels vermolmd is en door „een nieuwen zal moeten worden vervangen „Bij ons bestaat tegen het verhuren van de Jacobsladder „geen bezwaar en wij geven U mitsdien in overweging daartoe „te besluiten onder de volgende voorwaarden 1°. „de huurder is verplicht te maken een nieuwen houten „stoel, welke eigendom der gemeente wordt; 2°. „de verhuur en huur wordt aangegaan voor een tijdvak „van zes ciclitereenvolgende maanden, ingaande 1 3Iei aan staande voor eene som van dertig gulden, bij vooruit betaling te voldoen ten kantore van den gemeente ontvanger. Voor eventueel langer gebruik, moet voor „elke maand of een gedeelte daarvan, telkens vijf gulden, „eveneens bij vooruitbetaling, ten kantore van den ge- „meente-ontvanger worden voldaan. 3°. „vóór dat de Jacobsladder met toebekooren wordt in „gebruik genomen, wordt daarvan een door den huurder „en den gemeente-architect onderteekende inventaris op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 119