Ill „leefde, welke zeden, gebruiken en gewoonten werden gevolgd, „terwijl men ook omtrent personen en zaken iets naders „wen sell t te vernemen, dan heeft noch Yan Goor, noch iemand „anders, aan die eischen voldaan. „Hoe wijder de grenzen zijn getrokken, waarbinnen het ge- „bied ligt, dat een geschiedschrijver behandelen wil, des te „minder aandacht kan er worden gewijd aan al de bijzonder heden, die toch der aandacht ten volle waardig zijn, en die „menigeen zoo gaarne wil kennen, vol liefde als hij is voor „den grond, waarop hij is geboren en opgevoed, of gehecht als „hij zich gevoelt aan de plaats, waaraan voor hem om ver schillende redenen zulke aangename herinneringen zijn ver honden. „Ik geloof dan ook te zullen handelen in den geest van vele „stadgenooten en van vele belangstellenden daar buiten, wan- „neer ik zalcen en 'personen, instellingen en gebouwen, toestanden, „zeden, gewoonten en gebruiken successievelijk aan een historisch „onderzoek onderwerp en hoofdzakelijk de Archieven als leid- „draad gebruik. „Ernstig, nauwkeurig en met veel zorg heb ik gedurende „eenige jaren ons Archief doorvorschtschoone resultaten „waren de vrucht daarvan, en ik twijfel niet of allen, wien „Breda niet onverschillig is, zullen er belang in stellen daar- „mede kennis te maken. „Jaarlijks zal er één deeltje verschijnen, waarin ik zoo vol ledig mogelijk en volkomen vertrouwbaar datgene zal belian- „delen, wat bij Van Goor ontbreekt, wijl hij het in zijn werk „niet kon of niet wilde opnemen. I)e gelegenheid zal mij daar- „bij telkens als van zelf worden geboden, om eenige onnauw- „keurigheden welke ieder nienschelijk werk ontsieren „te herstellen, en dwalingen weg te nemen, waartoe men ko- „men moest, daar men het spoor bijster raakte, omdat een vei lige gids ontbrak op den duisteren weg, aan kronkelpaden „zoo rijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 128