137
den ten geschenke gegeven. De verzameling werd reeds op het
einde der 16e eeuw begonnen, en bevat hoofdzakelijk rechtsge
leerde werken, waaronder zeer zeldzame.
In de maand April 1749 begon rector Henricus Hoogeveen
in de Latijnsche school een boekerij aan te leggen, waarvan de
kosten voor een goed deel bestreden werden uit de boeten, den
scholieren om verschillende redenen opgelegd. In Oct. 1867,
toen de Latijnsche school werd opgeheven, werd deze biblio
theek (bestaande uit 844 stuks) ter beschikking gesteld van
het gemeentebestuur, en bij de stads-bibliotheek gevoegd.
In het jaar 1696 overleed Cliristofïel van Campen, die jaren
lang alhier als Medicinae doctor en schepen geleefd heeft. Hij
vermaakte geheel zijne bibliotheek aan de stad. Afgezien nog
van hetgeen Yan Goor pag. 306 hierover schrijft, wordt deze
testamentaire beschikking van Yan Campen bevestigd door een
schrijven, namens de Magistraten den 23en Dec. 1726 gericht
aan den Senaat der Lvi'dsche Hoogeschool, die „sustineerde
dat de voors. boeken bij testament off Codicille van gen. Yan
Campen aan de Academie tot Leijden gemaakt zijn". De bi
bliothecaris Yan Goor voegde1 bij deze missive eene kopie „van
het nader testament van den voorn, heer Yan Campen, waarbij
de voors. Bibliotheecq aan onse stadt gelegateert is".
Au is het mij altijd onverklaarbaar voorgekomen, dat er in
onze bibliotheek zoo goed als geen genees-, heel- en natuur
kundige werken worden aangetroffen.
Ook de heer C. 11. Hermans gaf er in der tijd zijne bevreem
ding over te kennen en begon er half aan te twijfelen, of Yan
Campen's boekerij wel ooit het eigendom der stad zou zijn ge
worden. „Het is jammer", zoo schreef hij, „dat mij geen Cata
logus der boekerij van Yan Campen is voorgekomen, want nu
is het raadselachtig, hoe een geleerd geneesheer geene boeken
over het vak bezeten heeft, zoo zijne boekerij thans werhelijh,