232 liet verzoek, 0111 in overleg niet den gemeente-architect, een onderzoek in te stellen naar den toestand van het drinkwater uit de pompen van een elftal woningen in deze gemeente. Uit eene over dit punt ontstane discussie bleek, dat het ge voelen der G.-C. was, dat niet alleen, wijl een onderzoek van zoodanigen omvang te tijdroovend is, maar ook om andere bil lijke redenen, het onderzoek van drinkwater moest worten op gedragen aan een' deskundig ambtenaar van de gemeente, spe ciaal hiermede belast, en werd besloten dit haar gevoelen aan het 11. B. schriftelijk kenbaar te maken. In hare vergadering van den 28en September, welke ook door den heer burgemeester werd bijgewoond, kwamen, met het oog op de heerschende pest te Glasgow, de maatregelen ter sprake, welke te dier zake, hier ter stede behoorden te worden genomen. Betrekkelijk het onderzoek der schepen en vreemdelingen werd erop gewezen, dat vroeger, bij dreigende cholera te Hansweert en Bozendaal, geneeskundigen benoemd waren, tot het onderzoek van vreemdelingen, schepen en bagages. Verder werd besproken iiet oprichten van eene ziekenbarak voor het opnemen van eventueele pestzieken op een geschikt terrein, zooveel mogelijk verwijderd van de bebouwde kom dei- gemeente en op niet te grooten afstand van de plaats van aan komst van schepen en van het spoorwegstation, en werd hier toe door de G.-C. het meest geschikt terrein geacht eene plaats nabij het Trekpad, hetwelk schriftelijk aan het 11.-B. zoude worden medegedeeld. Gok werd gewezen op het gevaar van besmetting door lom pen en mocht de G.-C. zich met de hoop vleien, dat weldra alle lompen- en beenderenmagazijnen in de bebouwde kom der gemeente zouden zijn opgeruimd en daartoe aan belanghebben den eene andere plaats ter oprichting worden aangewezen. In hare vergadering van 30 October mocht de G.-C., met he-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 249