233 geleidende missive van liet 1). B. d.d. 24 September 1900, No. 1329, een afschrift ontvangen van een brief van de eerw. over ste van het R. K. gasthuis, moeder Ignatia, daarin mededee- lende, dat eerw zusters uit het R. K. Gasthuis zich bereid heb ben verklaard tot het verplegen van eventueele pestlijders. Daarenboven mocht de G.-C. in dezelfde missive van het 1). B. de mededeeling ontvangen, dat op een terrein buiten de voor malige Waterpoort eene barak zal worden in gereedheid ge bracht voor het verplegen van eventueele pestlijders en eene voor de ziekenverpleegsters. Ook waren ingekomen 2 brieven van 24 en 27 October, van de lieeren \V. Vruggink c. s. met afschrift van het door ge noemde heeren aan den gemeenteraad gericht verzoekschrift, daarin de wenschelijkheid betoogend van het hier ter stede van gemeentewege oprichten van eene bad- en zweminrichting voor meisjes en vrouwen. Genoemde heeren verzochten in easu den steun der G.-C. Nadat over de geschikte plaats hiertoe besprekingen hadden plaats gehad, besloot de G.-C. een schrijven tot het 1). B. te richten, waarin zij hare adhaesie betuigt met het genoemd ver zoekschrift, mits bedoelde bad- en zweminrichting worde ge plaatst op dat gedeelte van de rivier, waar geene riolen in uit monden en geen fabriekswater in worde uitgestort. De vergadering van 30 November werd belegd met het oog op eenige gevallen van febris typhoïdea, welke zich hier ter. stede hebben, voorgedaan. Het centraalpunt van besmetting was door het ingesteld on derzoek niet te herkennen en de vergadering besloot, om, met het oog op de bestaande gevallen, in het belang der openbare gezondheid, een schrijven tot het 1). B. te richten, ten einde het publiek aan te raden, het drinkwater, dat geen leidings water is en de koemelk te koken en geene ongekookte groenten en vruchten te eten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 250