325
gon en te Breda, slaagde voor beide examens, doch hij verkoos
plaatsing aan eerstgenoemde inrichting.
liet aantal openbare scholen was in 1900 als volgt:
1. Eene eerste school voor gewoon en meer uitgebreid lager
onder-wijs voor jongens en meisjes.
2. Eene school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor
meisjes.
3. Eene tweede of tusschenschool voor jongens en meisjes
aan de St. Joostkapel.
4. Eene tweede of tusschenschool voor jongens en meisjes
aan de Boschstraat.
5. Eene kostelooze school voor jongens en meisjes aan de
Kloosterlaan en eene aan die school verbonden herhalings
school voor jongens en mannelijke volwassenen.
6. Eene kostelooze school voor jongens en meisjes aan de
Kieuwehuizen en eene aan die school verbonden herhalings
school voor meisjes en vrouwelijke volwassenen.
Hoofdstuk II.
Van het openhaar onderwijs.
§1. De scholen.
1. De eerste openbare school.
De bevolking der school bedroeg over de verschillende maan
den van het jaar achtereenvolgens 271, 270, 272, 269, 278,
273, 270, 271, 273, 274, 272 en 268 leerlingen. De meeste klas
sen waren öf geheel of bijna geheel bezet, zoodat aan verschil
lende aanvragen tot plaatsing van leerlingen buiten Breda
woonachtig niet ken worden voldaan. Alle leerlingen uit
Breda, die zich aanmeldden, konden worden geplaatst.
In het leerplan kwam in den loop van het jaar geene ver-
ar oering; de lesuren waren dan ook zooals vorige jaren voor
alle leerlingen op alle dagen der week van 9lli uur des
voormiddags en van 24 uur des namiddagsvoor de hoouste