373 toezicht op het middelbaar onderwijs bepalen zich tot de hco- gere burgerschool en de burgeravondschool. In de samenstelling der commissie kwam geen verandering. De secretaris der commissie, jhr. mr. G. Sis werd door zijne medeleden als zoodanig herkozen. In de vergadering van den 15den December 1900 werd het aftredend lid, de heer G. A. M. Groeneveldt, door den gemeenteraad als lid der commissie herbenoemd. In December 1900 bestond de commissie dus .uit de heeren Ed. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter II. Th. van der G rinten G. A. M. Groeneveldt A. J. A. Terschraage en Jhr. mr. G. Sis, secretaris. A. Hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus. 1°. Het personeel der hoogere burgerschool werd in 1900 met drie tijdelijke leeraren uitgebreid. Deze uitbreiding was noodig. daar met ingang van den len September de eerste en tweede klassen elk in twee afdeelingen gesplitst waren. In December 1900 bestond het personeel dientengevolge uit de heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde, werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurkunde, de cosmogra- phie en de natuurlijke historie; Dr. J. D. Jt. Scheffer, leeraar in de scheikunde en de natuur lijke historie; J. de Jong, leeraar in de geschiedenis en de staatsweten schappen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 390