383
Hiervan slaagden 36 -j- 15 -f— 22 -j— 12 5 3 2 j— 9
11 2 144, d. i. bijna 84% (in 1899 bijna 86%).
Met voldoening wijst de commissie er op, dat ook dit jaar alle
candidaten voor bet eindexamen slaagden en dat tot nu toe ook
alle leerlingen, die zicli aanmeldden voor het toelatingsexamen
tot de Koninklijke Militaire Academie (zooals dit sedert 1895
afgenomen wordt), slaagden.
Hieronder volgt eene opgave van het aantal leerlingen der
school, die examen afgelegd hebben en van de plaatsen, die zij
verkregen.
In 1895 vier leerlingengeplaatst bij genie h. t. 1. (eenige
plaats), artillerie li. t. 1. no. 1, artillerie O. T. n. 1in 1896
één leerling, geplaatst bij artillerie h. t. 1. no. 1in 1898 vier
leerlingen, geplaatst bij artillerie h. t. 1., cavalerie h.t. l.no. 1,
artillerie O. I. no. 1, infanterie O. I.; in 1899 twee leerlingen,
geplaatst bij genie O. I. no. 1, infanterie O. I. no. 1in 1900
twee leerlingen, geplaatst bij artillerie h. t. 1. no. 2 en cavale
rie h. t. 1. no. 1.
Of deze uitkomsten ook bereikt zullen kunnen worden met
zooveel grooter klassen, betwijfelt de commissiezij is echter
overtuigd, dat directeur en leeraren hunne beste krachten zul
len blijven inspannen om den goeden naani der school te hand
haven.
7°. In licit verslag der school over 1899 is medegedeeld, dat
door den raad der gemeente besloten was de eerste klasse in
twee afdeelingen te splitsen.
Het groot aantal leerlingen (lier klasse (43) maakte in 1900
splitsing der tweede klasse noodzakelijk, terwijl uit de inlich
tingen in de maand Mei, door den directeur der school, inge
wonnen omtrent liet vermoedelijk aantal adspiranten voor het
admissie-examen, met groote waarschijnlijkheid kon afgeleid
worden, dat de eerste klasse gesplitst zou moeten blijven.
In de maand Mei diende de commissie voorstellen in bij