386
De eerste en de tweede klasse waren elk in twee af deelingen
gesplitst; afd. IA, afd. IB, afd. 2A en afd. 2B bevatten res
pectievelijk 16 en 2, 17 en 2, 21 en O, 20 en 2 mannelijke en
vrouwelijke leerlingen.
Alle leerlingen op drie na volgen bet volledig onderwijs;
één leerling der vierde klasse (een volontair aan de gasfabriek)
volgde alleen de lessen in de scheikundetwee leerlingen der
vijfde klasse volgden enkele lessende eentalen, staats- en
handelswetenschappende ander (die reeds in het bezit is van
het einddiploma der hoogere burgerscholen) staatsinrichting,
oosmographie, aardrijkskunde, hand- en lijnteekenen.
an 3 September tot 31 December 1900 verlieten twee leer
lingen de school, n.l. de leerling, die alleen scheikunde in de
vierde klasse volgde en ééne vrouwelijke leerling der eerste
klassede laatste wegens overplaatsing van haar vaderzij is
thans leerlinge der Rijks hoogere burgerschool te Utrecht.
Eén leerling van de Rijks hoogere burgerschool te Bergen-
op Zoom werd in November tot de eerste klasse toegelaten.
Het aantal leerlingen op 31 December 1900 bedroeg dus
145; uit tabel VII blijkt de verdeeling over de verschillende
klassen.
TABEL VII.
Aantal leerlingen in December 1900.
Mannelijke
Vrouwelijke
In de:
leerlingen.
leerlingen.
Totaal.
1ste klasse
33
4
37
2de
41
2
43
3de
22
6
28
4de
27
27
5de
10
10
Totaal.
133
12
145