-103 werd evenwel ook toegang verleend aan de 19 minder bekwa me jongelieden, aangezien de plaatsruimte op bet instituut dit toeliet. Afgewezen werden 42 leerlingen als geheel onvol doende. Op 1 October 1900 begon de teekenschool met 490 leerlingen. Over bet gedrag en den ijver viel niet te klagen, terwijl ver zuim bijna niet plaats had. In de plaats van den assistent-onderwijzer A. Schoenmakers, die wegens zijne benoeming tot opzichter der openbare werken der gemeente Venlo van hier vertrok, werd benoemd de heer J. A. Mol alhier, op een jaarwedde van vijftig gulden. 3 an de bestaande bepaling, dat inrichtingen van onderwijs, krachtens machtiging van 3 April 1891, no. 532, afdeeling K. AVkosteloos afgietsels kunnen verkrijgen op aanvrage bij de rijkscommissie voor de vervaardiging en ruiling van reproduc ties van kunstvoorwerpen, werd dit jaar gebruik gemaakt. Xa eene keuze gedaan te hebben uit de verzameling in het liijksmuseum te Amsterdam, werden ten behoeve van het insti tuut een zeventig stuks ornamenten met eenige bustes toege zonden, die voor het teekenonderwijs van zeer groot belang zijn. I it de nalatenschap van den heer 13akx, luitenant der genie, werden eenige boek- en plaatwerken aangekocht, geschikt voor het onderwijs in de bouwkundemede werd aangeschaft de tweede serie wandplaten van ,;Zwier en Jansma, benevens vier deeltjes van Molkenboers „Lijn en Kleur." In de maand Juni had de jaarlijksche prijsuitdeeling plaats die, even als vorige jaren, gepaard ging met eene tentoonstel ling van bekroonde teekeningen en boetseerstukken, benevens liet werk, dat in den afgeloopen cursus vervaardigd werd. De lieer J. A. J. van Hal, die deze prijsuitdeeling presideerde, begon met de mededeeling te doen van het treurig verlies, dat- de commissie had getroffen door het overlijden van haren zoo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 420