4T4 Staat en onderhond der gehouwen. De tot onze administratie behoorende gehouwen, hiervoor nader omschreven, verkeeren in goeden staat. Ons medelid de heer Itosu is in 't hijzonder met het toezicht hierop heiast. Aan onderhoud, met inbegrip van f 78.— voor waterver bruik, werd in het afgeloopen jaar f 172.875 uitgegeven. Bij het aanbrengen der waterleiding de huren der woningen verhoogd zijnde, worden de bovenvermelde f 78. door de be woners gedragen, waaruit volgt, dat het gewone onderhoud eene uitgaaf van f 94,875 eischte. Toestand der administratie in verband niet den toestand van het armwezen. Om een schets te geven van den toestand onzer administratie m verband met het armwezen, zouden wij kunnen volstaan met verwijzing naar het daaromtrent vermelde in het jaarverslag over 1899 en naar onze memorie van toelichting op de inge diende begrooting voor 1901, waarom wij dan ook hier weder kunnen herhalen, dat gaandeweg meerdere uitgaven zullen noodig zijn tot leniging van armoede en lijden. Wij waren dan ook genoodzaakt reeds bij liet indienen der bovengenoemde begrooting onzer ontvangsten en uitgaven voor het dienstjaar 1901 in de daarbij steeds vergezellende memorie van toelichting met nadruk te wijzen op eenen door ons reeds toogepasten zuinigheidsmaatregel, die streed met ieders, dus ook met ons gevoel van menschlievendkeiddoch onze finan ciën gedoogden helaas niet anders te handelen. Bat wij dezen zuinigheidsmaatregel met leedwezen toepasten, ligt opgesloten in het beroep op uwen raad om de subsidie voor 1901 zoo hij ons gevoelen deelde - wel te willen verhoogen om daardoor mede te werken aan een voornaam gedeelte der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 491