liet bestuur van de afdeeling Breda c a. der Noord-Brabantsche maatschappij van landbouw deed ons het verslag geworden, waaraan wij hieronder plaats verleenen. 498 HOOFDSTUK XI. Landbouw en veeteelt Zooals wij reeds in vroegere verslagen vermeldden, bestaan eigenlijke landbouw en veeteelt in deze gemeente niet, maar legt men zich meer toe op tuinbouw. Edelachtbare Heeren Ter voldoening aan het verzoek, vervat in uwe missive van 4 Januari 1.1. no. 20, hebben wij de eer U het volgende mede te deelen Konden wij in ons verslag over 1899 constateeren dat wij we derom bij onze afdeeling een flink aantal eigenlijke landbou wers als lid zagen toetreden, aangenaam is het ons thans te kunnen getuigen, dat dit aantal steeds groeiende is. Ook ge durende 1909 meldden zich verscheidene landbouwers als lid aan, wat bijna uitsluitend als een gevolg is te beschouwen van de voordeelen, die de afdeeling haren leden bezorgt door den gemecnschappelijken aankoop van allerlei landbouwbenoodigd- heden. Daar de toegetreden landbouwers bijna allen hoveniers zijn, die uitteraard een bedrijf van kleinen omvang uitoefenen, zijn de hoeveelheden der gedane bestellingen niet zoo bijzonder groot. Deze laatste bepaalden zich in hoofdzaak tot meststoffen en voederartikelen en bestonden voor gemiddel 40 a 50 leden uit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 515