TER HERINNERING. VII „De raad der gemeente Breda, in buitengewone zitting ver gaderd „met oprechte vreugde en de meest warme belangstelling „kennis genomen hebbende van de verloving van l we Konink lijke Majesteit met Zijne Hoogheid Hertog Hendrik van „Meeklenburg-Schwerin, veroorlooft zich de vrijheid, ook als „tolk der Bredasche bevolking, onder betuiging van hulde, „Uwe Majesteit eerbiedig zijne meest hartelijke gelukwenschen „aan te bieden en Uwe Majesteit tevens te verzekeren van de „gevoelens van eerbied, welke jegens Uwer Majesteit s aan staanden Gemaal gekoesterd worden. „Breda, met historische banden zoo nauw verbonden aan het „geliefde vorstenhuis van Oranje, waarmede het, alle tijden „door, lief en leed deelde, gevoelt daardoor te inniger het „heuglijke der vreugdemare, welke het Uwe Majesteit behaagd „heeft aan Uw volk, het volk dat Uwe Majesteit zooveel liefde „toedraagt, te verkondigen. „Bevestigende Breda's onwankelbare trouw en onkreukbare „gehechtheid aan Uwe geëerbiedigde Majesteit en Haar Door luchtig Huis, moge liet den gemeenteraad veroorloofd zijn, „zijne gelukwenschen te doen gepaard gaan met de bede, dat „Uwe Majesteit de zegeningen des Almaclitigen moge blijven „genieten, tot geluk van Uwe Majesteit en tot welzijn van alle „Uwer Majesteit's onderdanen." Op dit adres ontving de gemeenteraad het volgend antwoord, dat onmiddellijk ter kennis van de ingezetenen werd gebracht No. 24. 's-Gravenhage, 22 October 1900. Ter voldoening aan de bevelen van Hare Majesteit de Ko ningin heb ik de eer U de betuiging van Harer Majesteit® har- telijken dank over te brengen voor de Hoogstderzelve bij uw schrijven van den 18. October 1900 aangeboden gelukwen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 7