TO raden der gemeenten 1 i li eda en glnneken en BaVEL, ZOOals blijkt uit de akte van vergunning dato 13 October 1888. Inmiddels berichtten ons onze ambtgenooten van Ginneken, dat, wanneer de beslissing in liooger beroep gunstig voor Bre- da zou zijn, er dan bij hen geen bezwaar bestond de gevraagde vergunning te verleenen, mits dezerzijds er dan ook goedkeu ring aan zou worden gehecht, om hunnerzijds in den gemeen- scliappelijken onderhoudsweg te Ginneken gelijke werken uit te voeren. Op het einde des jaars was de koninklijke beslissing, welke het voorschreven beroep van onze ambtgenooten van Teterin gen moest ten gevolge hebben, ons nog niet bekend. V. In ons verslag over 1899 bl. 118 staat vermeld, dat was in- d^onderwij" gekomen het ter zijde bedoeld adres en besloten was dit te ver- Z wijz^resaeiT"zenden om praeadvies aan burgemeester en wethouders en aan (L. O) om <je plaatselijke schoolcommissie. Verder werd toen dit onder- hunne bezol- 1 0 diging te werp niet behandeld. regelen naar het aantal In uwe vergadering van den 13. October 1900 kwam het dienstjaren. praeadvies van de plaatselijke schoolcommissie ter taiel. Va korte beraadslaging werd toen besloten, de daarin ver vatte voorstellen aan te houden tot eene volgende vergadering. Inmiddels waren door eenige onderwijzers bezwaren geopperd tegen de voorgestelde regeling in een adres, waarvan een exem plaar aan ieder der leden van den raad was toegezonden. Deze omstandigheid leidde tot het besluit, 0111 opnieuw het advies in te winnen van de plaatselijke schoolcommissie. Zon der bedenking gaf deze commissie aan het aan haar gericht verzoek gevolg. Zij bracht eenige wijziging in hare oorspron kelijke voorstellen en deed haar daartoe betrekkelijk advies IJ geworden in uwe zitting van den 1T. November 1900. In die zelfde zitting mocht de commissie de voldoening smaken, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 87