79 nen op achttien jarigen leeftijd. Jongens hebben dan gereed schap noodig, meisjes gaan in dienstbetrekking enz. Den heer Witsenborg kwam deze opmerking niet ongegrond voor en wijzigde diens motie in dien zin, dat aan het slot werd gelezen„zijn negentiende jaar zal zijn ingetreden" De heer Staal toonde zich met de motie niet ingenomen. Spreker betoogde dat het spaarbankboekje voor de ouders in vele gevallen eene ware uitkomst is en de vrees bestaat, dat zij het boekje tegen woekerwinst zullen verpanden, wanneer zij het niet kunnen inlossen. Daartegen wenschte de heer Yerschraage als palliatief te stellen het inleggen der gelden op de rijkspostspaarbank. Ya verdere beraadslaging, waaraan met bovengenoemde sprekers alsnog deelnamen de lieeren llombouts, mr. Bloe- marts, Sassen en de voorzitter, werd de motie, met inachtne ming der daarin gemaakte wijzigingen, aangenomen niet 14 stemmen tegen één, die van den heer Staal. In 1900 had de inleg der gelden door ons plaats in de rijks postspaarbank, welker directie ons met groote welwillendheid daartoe den minst omslachtigen weg aanwees. yjU De zaak, op zichzelve bescheiden van beteekenis, ontleende iverbrugging eenige belangrijkheid aan de bezwaren welke daartegen waren ierZa"dpo°rt-ingebracht. Met het oog daarop werden (zie verslag 1899 blz. 180) de stukken aan burgemeester en wethouders teruggezon den, om een onderzoek te doen instellen naar de normale hoogte voor eene inrijpoort. Aan deze opdracht gaven wij gevolg en dienden U ter zake van praeadvies in uwe zitting van 13 Januari 1900. De kwestie liep over de hoogte der overbrugging. De aanvrager Simons verlangde die op 3.35 M. boven den began en giond. Wij stel den voor 3.8 M. en bezwaarden (C. A. Claassen-van llooij en C. Claassen-Feskens) wenschten de hoogte der overbrugging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1900 | | pagina 96