ioi
Op den 30. November 1901 werd te dezer zake de burge
meester gedagvaard, om, bij procureur, te verschijnen ter
civiele zitting van de arrondissements-rechtbank te Breda.
Als advocaat-procureur werd aangewezen de heer mr. D.
H. J. van Mens, te Breda.
Het rechtskundig advies in deze werd aan U overgelegd in
uwe vergadering van den 28. December 1901, waarop door U
besloten werd, de goedkeuring van gedeputeerde staten te
vragen tot het voeren van een rechtsgeding, welke goedkeu
ring werd verkregen bij besluit dier staten van den 9. Januari
1902, G, n°. 31.
22 JUNI 1901.
XXXIV
Verzoek óm Aan de maatschappij „Bouwmaterialen", voorheen M. Luijten,
kwijtschelding te Lekkerkerk, was door ons, krachtens contractueele bepaling,
eener opgelegde 1 07
boete, wegens eene boete opgelegd van f 85, wegens te late levering
te late opleve- TT.
ring van van yzersteentegels. Van die boete werd thans, bij gemo-
ïjzersteentegeis. tiveerd adres, door gemelde maatschappij kwijtschelding ge
vraagd.
Ons prae-advies te dier zake verlangd zijnde, gaven wij U
in uwe vergadering van den 20. Juli 1901 o. a. te kennen
het volgende
„De ijzersteentegels werden aanbesteed den 31. December 1900
„en moesten, volgens art. 2 van het bestek, zijn geleverd vóór of
„op den 1. Mei 1901.
„De levering daarvan heeft echter eerst plaats gehad op den 18.
„Mei 1901, alzoo 17 dagen na het daarvoor bepaalde tijdstip, zoo-
„dat eene boete is toegepast voor 17 dagen ad f5,00 per dag f 85.
„Alhoewel door adressant wordt overgelegd een schrijven van
„de firma Behrens C°., fabrikanten der iron-bricks, te Newcastle,
„dato 15 April 1901, waarin zij verklaren, dat zij door overmacht,
„ten gevolge van werkstaking, verhinderd waren op den bepaalden
„tijd de tegels te leveren, bewijst dit geenszins, dat de bestelling
„direct na de aanbesteding heeft plaats gehad.