102 „De overtreding van de voorwaarden van aanbesteding vast staande en geen overwegend motief kennende, dat die overtre ding rechtvaardigt, hebben wij de eer U in overweging te geven, „afwijzend op het adres te beschikken." Na korte beraadslaging werd dienovereenkomstig besloten. In dit besluit berustte echter de maatschappij niet. Zij meende dat er termen bestonden haar verzoek te herhalen, ten gevolge waarvan de zaak opnieuw aan de orde kwam in uwe zitting van den 16. November 1901, toen met algemeene stemmen besloten werd, het verzoek der maatschappij in te willigen. Aan de beraadslagingen werd deelgenomen door de heeren Lijdsman, Slechtriem, Yerschraage, Sassen, Jacoby, Rombouts, mr. Van Dam, Scheltus en de voorzitter. 22 JUNI 1901. XXXV ®oor een ingezetene werd, bij adres, te kennen gegeven, Koopaanvmge dat hij gaarne een stuk grond wenschte te koopen van het van grond van het z.g. .Haive zoogenaamde „Halve Maantje" in de Middellaan; met verzoek de^Miideiiaan. hem de voorwaarden te willen mededeelen, waarop de raad aaaP(dèplschooi bereid zou ziJn dien grond in koop af te staan. t« dier plaatse. Ons prae-advies, te dier zake door U verlangd, werd U aan geboden in uwe vergadering van den 20. Juli 1901. Wij schreven o. a. „De grond, door adressant bedoeld, is gelegen ter plaatse waar „de nieuwe school voor kosteloos onderwijs gebouwd is. Die school „is eene twaalfklassige, en het is met het oog hierop, dat het nog „eene open vraag is, of de speelplaats voor de kinderen ruim ge- „noeg is. Wij hebben dit punt in onderzoek genomen en zullen U „daaromtrent nader inlichten. Dientengevolge zou het mogelijk „kunnen zijn dat niet het gelieele maar slechts een gedeelte van „het open terrein kan verkocht worden. „In elk geval wanneer tot den verkoop van den voorbedoelden „grond wordt besloten, zal die verkoop in het openbaar moeten „plaats hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 122