xxxix. De ter zijde bedoelde interpellatiën geschiedden iterpeiiatjöD. a yjsgerSj wees 0p <jen slechten toestand 106 „staande inrichting te moeten doen deelnemen aan deze tentoon stelling, alwaar het onderwijzend personeel niet alleen de gele genheid zal hebben te kunnen nagaan wat op dit gebied in ons „land of op een bepaalde plaats ontbreekt, maar ook, om een keuze „te doen, waar het op middelen zint, om het bestaande te verbete ren of het ontbrekendein het leven te roepen. „Uit den aard der zaak gaat de deelname aan eene tentoonstel ling met kosten gepaard, die ditmaal door de commissie op één „honderd en vijftig gulden zijn geraamd. „De commissie durft vertrouwen dat haar doel warme instem- „mingbij UEdelAchtb. zal vinden, en aangenaam zal het haar zijn „zoo spoedig mogelijk te mogen vernemen, of bovengenoemd be- „drag door den raad der gemeente zal worden toegestaan, aange- „zien de tentoonstelling reeds 7 Augustus a.s. wordt geopend." Niemand uwer leden had eenige bedenking er tegen, om aan de verzoekende commissie het door haar gevraagde bedrag voor het bovenomschreven doel beschikbaar te stellen. 20 JULI 1901. van een drietal woningen in eene gang aan den Haagdijk; b. door den heer Lijdsman, die de aandacht vestigde op den onhoudbaren toestand van het water aan den Nieuwe weg; c. door den heer Heijlaerts, die wees op het voortdurend stuk gooien door de straatjeugd van de ruiten in de operatiekamer van het gasthuis. Werd door den voorzitter onmiddellijk geantwoord aan den heer Lijdsman, dat juist sedert den vorigen dag een begin was gemaakt met baggeren, en aan den heer Heijlaerts, dat het aantal politie agenten onvoldoende is om alles behoorlijk te kunnen controleeren; onder bijvoeging, dat bij de reorganisatie der politie spreker uitbreiding had aangevraagd, doch deze door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 126