110
A. Van Burgemeester cn Wethouders.
„In uwe vergadering van den 10. Augustus 1901 kwam ter tafel
„een schrijven van den heer kapitein, eerstaanwezend ingenieur
„alhier, waarin, met het oog op de belangen der koninklijke mili
taire academie, de redenen ontvouwd worden, die aanleiding
„geven tot het verzoek
lo. „om voor de varkensmarkt een ander terrein aan te wijzen
„dan het Kasteelplein
2°. „om op dat plein geen tenten of spellen te plaatsen gedu
rende de kermis
3°. „om datzelfde plein weder met geboomte te beplanten.
„Tevens werd gelezen een adres van ingezetenen, wonende nabij
„of op het Kasteelplein, op daarbij aangevoerde gronden verzoe
kende, de varkensmarkt niet te verplaatsen.
„Omtrent dit onderwerp verlangde uwe vergadering het prae-
advies van ons college en van de kamer van koophandel en fa-
krieken alhier.
„Genoemde kamer heeft ons dienaangaande doen toekomen het
„schrijven, dat wij de eer hebben hierbij over te leggen.
„Het zal U daaruit blijken met welke gevoelens van hooge waar-
keering de kamer bezield is ten opzichte van de koninklijke mili
taire academie gevoelens die wij volkomen deelen en hoe
„gaarne zij, ten behoeve dier inrichting, zou adviseeren te gemoet
„te komen aan het verlangen, om de varkensmarkt te verplaatsen,
„doch dat zij zwichten moet voor de handelsbelangen der gemeente
„en de bijzondere belangen van ingezetenen, die, door de verplaat
sing der markt, belangrijke schade zouden lijden in hun bedrijf.
„De argumenten, tot betoog hiervan aangevoerd, zijn zóó klem-
„mend, dat wij niet anders dan ons daarmede vereenigen kunnen.
„Ten aanzien van punt 2 moeten wij terug doen denken naar den
„tijd, toen het Kasteelplein, naast de Groote Markt, het brandpunt
„was der kermis. Zoowel veel gedruischmakende als andere in
lichtingen werden eertijds daar geplaatst. Maar sedert de Oude
„Vest als kermisterrein is aangewezen, kan het Kasteelplein niet
