112 ,,te zijn, zoo vermogen onze goede gezindheid en hooge waardee- „ring niet, ons te doen afwijken van den plicht, die op ons rust, „om onze kamer zooveel mogelijk te doen beantwoorden aan hare „bestemming, welke de bevordering voorschrijft van de met name „bepaalde belangen van Handel en Nijverheid. „En nu kan ons college de ernstige vrees niet onderdrukken, dat „het verwijderen van de varkensmarkt van het Kasteelplein allicht „in de naaste toekomst het verloop en ten slotte de opheffing dier „markt zoude ten gevolge hebben. „De in andere gemeenten opgedane ervaring heeft bij herhaling „geleerd, dat de handel niet naar welgevallen kan worden ver plaatst en dat een wettelijk ingrijpen in bestaande lang gevestig- „de handelstoestanden in de meeste gevallen niet straffeloos ge schiedde. „Wij weten dat de varkensmarkt, aanvankelijk onbeduidend, „toen zij vóór bijna twintig jaren, schier onopgemerkt, in het leven „werd geroepen, zich steeds heeft kunnen handhaven en thans, nu „zij meer en meer aan beteekenis heeft gewonnen, in niet geringe „mate bijdraagt aan de welvaart van onze neringdoende burgerij. „Daar de markt wekelijks door een groot aantal vreemde koop lieden wordt bezocht, behoeft het geen betoog, dat haar vernieti ging het debiet van vele onzer winkeliers gevoelig zou doen ver hinderen. „Hierbij behoort in het oog gehouden, dat de ontwikkeling der „varkensmarkt, waarop wij zoo even wezen, uitbreiding van som- „mige in haar omgeving gevestigde bedrijven noodzakelijk heeft „gemaakt. „Zoo is ons o. m. bekend, dat een aan het Kasteelplein gebouwde „paardenstal, die eertijds voor stalling van een tiental paarden was „ingericht, na de laatste verbouwing ruimte aanbiedt voor circa „vijftig paarden. „Mede mag niet voorbij gezien, dat géén plein te Breda zóó uit- „muntend tot het houden van markten is gelegen als het Kasteel- plein, namelijk in het centrum der gemeente en in de onmiddel- „lijke nabijheid van de Graanbeurs en de Groote Markt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 132