124 „Na rijp beraad zijn wij tot het besluit gekomen, dat, zonder be- zwaar, aan de op 1 October 1901 in dienst zijnde ambtenaren 50% „van de door hen gestorte bijdragen kan worden gerestitueerd, „hetwelk eene uitgaaf zal vorderen van f28566,—. Hiervoor zou- „den te gelde gemaakt moeten worden f 29 500,— a 3£% schuldbeken tenissen gemeente Breda, waardoor jaarlijks minder aan rente „zal worden ontvangen f 1032,50. Voegt men bij die rente- „derving vanf 1032,50 „de nog toe te kennen pensioenen aan mevr. de wed. G. „Lamers en kinderen ad1200, „en aan P. van Gurp ad240,— „dan vordert dit eene gezamenlijke uitgaaf van f 2472,50 „Neemt men als maatstaf het winstsaldo over 1900 ad 5233,72 „verminderd met voornoemde som van2472,50 „dan blijft er nog over een winstsaldo van 's jaars f 2761,22 „Tevens werd door de commissie het wenschelijke besproken om, „ter voorkoming van te groote kapitaalvorming, öf jaarlijks een „deel van de winst aan de deelhebbers uit te keeren, öf om de door- „loopende korting op een lager percentage te stellen. „Aan 't eerste gaf de commissie de voorkeur. „Op grond van vorenstaande beschouwingen hebben wij de eer „Uwen raad voor te stellen 1°. „aan de op 1 October 1901 in functie zijnde ambtenaren 50% „van de door hen gestorte bijdragen in het pensioenfonds, „zooals op bijgevoegden staat vermeld, uit te keeren 2o. „te bepalen, dat van de jaarlijks te maken winst bij de „goedkeuring der rekening een, door uwen raad telkens „vast te stellen deel aan de deelhebbers kan worden uitge keerd 3o. „de betrekkelijke artikelen der verordening van het pen sioenfonds, die in verband met deze voorstellen verande ring behoeven te wijzigen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 144