128 „ceel van adressant, welk een en ander op bijgaande situatieteeke- „ning is afgebeeld. „Het eigendom van J. J. van Winsum, waarvoor in zijn geheel „uitweg was verleend, is thans in twee deelen gescheiden, waar- „van het gedeelte, uitkomende aan den Haagdijk, eigendom is „geworden van adressant. „Tegen het verleenen van een uitweg aan adressant bestaat geen „bezwaar, weshalve wij de eer hebben U in overweging te geven, „zijn verzoek toe te staan onder de volgende voorwaarden a. „dat de genoemde uitweg wordt toegestaan tot ivederopzeg- gingmet vergunning dien te berijden met karren en wa- „gens, bespannen met paarden, en daarin een tramspoor te „leggen tot aan- en afvoer van bouwmaterialen en steenkolen, ,,in en uit schepen b. „dat van het slot der afsluitpoort, aan het einde van den „uitweg in de rooilijn van de Jan van Polanenkade, aan den „concessionaris een sleutel zal worden uitgereikt en deze „verplicht zal zijn die poort telkens na het in- en uitrijden „te sluiten c. „dat op den uitweg geen karren, wagens, bouwmaterialen of „andere voorwerpen geplaatst of opgeborgen worden d. „dat, als erkenning van recht van eigendom en voor onder- „houd der op den uitweg liggende bestrating, door den con cessionaris, ten behoeve der gemeente Breda, ten kantore „van den gemeente-ontvanger zal worden betaald de som van vijf gulden zestig cent per jaar, de eerste maal vóór of op „den 1. December 1901 e. „dat bij het niet voldoen aan de bovengestelde voorwaarden, „of bij wanbetaling, de vergunning wordt ingetrokken." Overeenkomstig dit ons voorstel, werd door U zonder eenige bedenking besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 148