i 29
16 NOVEMBER 1901.
ltv. Ter zake i. m. genoemd richtten wij aan uwe vergadering
Voorstel om
zich in rechten het volgend schrijven
te verweren
legen den eisch „Door F. J. Mijnlieff Wzn., te Krimpen a/d Lek, die van de ge-
van F. J.
Mijnlieff Wz"., „meente cokes gekocht heeft, doch deze niet op den bepaalden tijd
'Vd'hek?" >>heeft afgeliaald, is te dien aanzien eene rechtsvordering ingesteld
contra de „tegen de gemeente,
gemeente.
(Cokeslevering). „Onder overlegging van verschillende tot dit onderwerp betrek-
„kelijke stukken, hebben wij de eer U in overweging te geven, een
„advocaat aan te wijzen tot het uitbrengen van een rechtskundig
„advies, dat, voor het geval besloten wordt, zich tegen den inge-
stelden eisch in rechten te verweren, aan de gedeputeerde staten
„moet worden medegedeeld, ter verkrijging der vereischte goed
keuring tot het voeren van een rechtsgeding.
„Wij nemen deze gelegenheid te baat, U voor te stellen een vas-
„ten advocaat voor de gemeente te benoemen en ook aan dezen de
„behandeling der zaak-Mijnlieff bovengenoemd op te dragen."
De heer mr. IngenHousz betoogde, dat het in deze benoemen
van een advocaat de taak was van den burgemeester of van
burgemeester en wethouders.
De heer mr. Van Dam ontraadde de aanstelling van een
vasten advocaat voor de gemeente.
Ten slotte werd besloten, dat burgemeester en wethouders
in voorschreven zin zouden handelen.
Als advocaat-procureur in voormeld geding werd daarop
door ons benoemd de heer mr. C. L. H. Sassen, die bereids
als procureur was opgetredenen deze stelde ons in de
gelegenheid, U reeds in uwe vergadering van den 30. November
1901 het verlangde rechtskundig advies over te leggen, waarop
door U besloten werd de goedkeuring van gedeputeerde staten
te vragen tot het voeren van het bovenomschreven rechts
geding, welke goedkeuring verkregen werd bij besluit dier
staten van den 5. December 1901, Gj n°. 100.
