131 „Deze bepaling nu komt volgens onze ondervinding moeilijk en „niet altijd uitvoerbaar voor, aangezien bedoelde putten van ce- „ment of ijzer door hun grooten omvang in sommige gevallen niet „kunnen worden gebracht op de plaats hunner bestemming. Rede- „nen, waarom ondergeteekenden U voorstellen bedoeld art. 33 uit „te breiden door onder letter b daaraan toe te voegen „Ook kunnen worden gemaakt cementijzeren en gemetselde beer putten. Van laatstgenoemde zullen de wanden minstens zwaar „moeten zijn 22 c.M. (volgewerkt), van binnen voorzien van eene „klamplaag, zwaar 5 c.M. de bodem moet bestaan uit eene zand laag, daarop eene gemetselde platte laag, waarop eene rollaag „gemetseld. Alles van harde gebakken steen in cementspecie, be- „staande uit één deel cement en twee deelen scherp zand boven- „dien den geheelen put van binnen te bezetten met eene laag dito „specie, dik 1 c.M. „Dit werk moet worden uitgevoerd volgens aanwijzing en onder „goedkeuring van den gemeente-architect." De voorzitter gaf in overweging, dit voorstel om prae-advies te stellen in handen van burgemeester en wethouders, des noodig na verhoor der commissie van bijstand in het beheer der gemeentewerken. Dienovereenkomstig werd besloten. 28 DECEMBER 1901. Lvtr. Het ter zijde genoemde onderwerp vond zijn oorsprong in de verhooging van het loon beraadslagingen, gehouden bij de vaststelling der gemeente- bijerdênbedientt begi"°oting, dienst 1902. Toen werd door den voorzitter de der gemeente-toezegging gedaan, dat de zaak, na nader onderzoek, nog in reiniging. 7 Vgi. no. lv. de December-vergadering zou aan de orde gesteld worden. In verband hiermede, kwam thans ter tafel een rapport van de commissie van beheer der gemeente-reiniging, strekkende om het weekloon van de arbeiders, werkzaam bij de gemeente reiniging, met 50 cent voor ieder te verhoogen; onder bij voe- 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 151