182
ging, dat dit eene verhoogde uitgave van 936,— zal ten
gevolge hebben.
Voorts werd gelezen een ter zake ingekomen adres van de
onderafdeeling van den R. K. Volksbond „Kardinaal Manning"
De heer Vissers meende dat de voorgestelde verhooging niet
voldoende was en niet in verhouding stond tot de bezoldigingen
van de hoogere ambtenaren der gemeente.
De heer Smits stelde daarop voor, onder aanvoering van be
weegredenen, om de weekloonen met 1,— te verhoogen en
alzoo respectievelijk te brengen op ƒ8, en ƒ9,-.
De heer Heijlaerts schetste het ontstaan der gemeente
reiniging, waarbij als eenig doel op den voorgrond had gestaan
het verbeteren van den hygiënischen toestand, zonder dat aan
winst gedacht werd, en verklaarde ten slotte het voorstel van
den heer Smits te steunen.
De heer Jacoby, na voor oogen gesteld te hebben wat er
omgaat in een werkmansgezin, trad in eene uitvoerige weder
legging der motieven, waarop het voorstel der commissie
steunde, en noemde dat voorstel een halven maatregel.
De heer Staal toonde zich wel voorstander in deze van
loonsverhooging, maar wenschte enkel de loonen van de minste
werklieden te verbeteren en die te brengen van 7, op 8,
De heer Lijdsman vroeg inlichtingen omtrent de loonen der
werklieden bij de gemeente-reiniging en de heer Sassen omtrent
de flnancieele gevolgen van het voorstel.
De voorzitter, na den heer Lijdsman beantwoord te hebben,
deelde mede, dat de verhooging van het weekloon der arbeiders
met ƒ1,— eene meerdere uitgaaf zou vorderen van ƒ1900,
Daarna bracht de voorzitter het voorstel van den heer Smits
in stemming, waarvan de uitslag was dat het aangenomen
werd met 16 tegen 3 stemmen.