138 F. Arohief en boekerij. I. OucL-archief. Van den heer dr. J. F. Corstens, archivaris dezer gemeente, ont vingen wij het volgend verslag over 1901. „Aan den raad der gemeente Breda. ,,De achtste maal thans is het, dat mij de welkome gelegenheid „geboden wordt, U.Ed. Achtbaren mijn jaarlijksch verslag uit te „brengen omtrent den toestand van het archief en de boekerij, waar- „voor de zorg mij door U is toevertrouwd. „De bibliotheek, waaromtrent ik U.Ed.Achtb. in mijn vorig ver- „slag enkele historische bijzonderheden mocht mededeelen, heeft „uit den aard der zaak geen noemenswaardige verandering onder- „gaan, of het moest zijn, dat door aankoop en schenking de inven taris met enkele werkjes verrijkt is. Overigens verkeert zij in „goeden staat en mag ik tot mijn genoegen verklaren, dat zij niet „ophoudt de belangstelling te ondervinden van dezen en genen, die „haren betrekkelijk rijken inhoud komt raadplegen. „De waarde van het archief is steeds stijgende, omdat zijne bruik baarheid voortdurend toeneemt. Het plan, dat ik U.Ed.Achtb. „reeds meermalen beschreven heb, en dat altijd nog door mij ge- „volgd wordt, maakt, dat nu reeds nut getrokken wordt van eenen „arbeid, welke eerst over jaren geheel voltooid zijn kan. De inven taris wordt gaandeweg vollediger en beter, het aantal tafels en indices neemt steeds toe en onafgebroken wordt er met het ver vaardigen van regesten-lijsten voortgegaan. „Heb ik het vorige jaar de vijf registers van poorters bewerkt, en „de duizenden namen lexicographisch gerangschikt, waardoor ik, „gelijk mij dit jaar herhaaldelijk bleek, dit resultaat heb verkregen, „dat bij genealogische nasporingen in een paar minuten bereikt „wordt, waarvoor anders soms dagen vereisclit werden, nu wijd „ik mijn arbeid aan de verschillende quohieren van den lOOen pen- „ning, van de verpandingen etc. en aan andere leggers, waardoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 153