200 drukwaterleiding, terwijl almede daaraan bevorderlijk is de aan wezigheid eener kostelooze volksbadplaats, het doen keuren van visch, slachtvee en vleesch, enz. enz. Vele der punten, alhier in het kort aangestipt, zullen, breeder uitgewerkt, en vermeerderd met andere, in het vervolg van dit hoofdstuk worden aangetroffen. Het dempen van slooten. In onze vergadering van den 5. Augustus 1901 werd genomen het volgend besluit „Gezien het adres van L. C. Kloppers, timmerman, wonende te „Breda, eigenaar van het perceel gemeente Princenhage, ka dastraal bekend sectie H no. 1944, aan den weg, genaamd „Het „Dijkje", welk perceel hij met woonhuizen wil bebouwen en alzoo „verzoekt het gedeelte ongedempte sloot aldaar te mogen dempen „over eene lengte van 10 meter „Overwegende, dat de genoemde sloot over de geheele breedte „deel uitmaakt van den weg, genaamd „Het Dijkje" en alzoo als „eigendom der gemeente Breda moet worden beschouwd en dat de „sloot niet bestemd is voor waterafvoer „Gelet op art. 49b, afdeeling „Politiezorg" van het reglement op „de openbare wegen en voetpaden in de provincie Noord-Brabant, „vastgesteld bij besluit van de provinciale staten van 18 Novem- „ber 1889 „Wordt besloten aan den adressant vergunning te verleenen bo venbedoeld gedeelte sloot te dempen onder de volgende voor gaarden a. „de sloot moet op gelijke hoogte van de kruin van den weg „het „Dijkje" worden gedempt en moet, in verband daarmede, „door en op kosten van den adressant, de weg over de lengte „en breedte van het te dempen gedeelte sloot, volgens aanwij zing van den gemeente architect, worden geëgaliseerd b. „Vóór dat met het dempen van de sloot wordt aangevangen, „moeten op de grensscheiding van het gemeente-eigendom

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 220