202 Onderzoek naar woningtoestanden. Op den 17. Mei 1901 had een onderzoek plaats naar den toestand der woningen aan de Akkerstraat, na 27 en 29, met het oog op een aldaar aanwezigen beerput. Het brengen van verbetering in dien toestand bleek noodzakelijk en aan de daaromtrent aan den eigenaar gegeven bevelen werd bereidwillig voldaan, (vgl. het voorafgaande punt). Bouwvalligheid van een schoorsteen. Aan W. C. S., steenfabrikant, te Teteringen, werd den 16 Augus tus 1901 kennisgegeven, dat zijn gebouw aan de Gasthuisstraat, no. 22, niet voldeed aan de bepaling der verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente, en wel ten aanzien van art. 52, dat de schoorsteen bouwvallig was geworden en daardoor voor de openbare veiligheid gevaar opleverde. Binnen den door ons vastgestelden tijd van 14 dagen werd door den eigenaar in het gebrek voorzien. Keuring van slachtvee en vleescli. Art. 175 der algemeene politieverordening voor deze gemeente bepaalt het volgende „Hij, die zich met eene afkeuring van vee of vleesch bezwaard „acht, kan binnen zes uren na de. afkeuring aan den burgemeester „eene herkeuring aanvragen, welke geschiedt door drie door dezen „te benoemen en te beëedigen deskundigen." Ten einde den spoedigen en geregelden gang hiervan te bevorde ren, zijn in 1901 door den burgemeester als de voorbedoelde des kundigen benoemd en beëedigd de heeren 1. W. Folmer, paardenarts 3e klasse. 2. J. van Zijverden, paardenarts 2e klasse. 3. C. van Heelsbergen, paardenarts le klasse.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 222