242 Zie omtrent namen, bezoldiging enz. het vermelde bij hoofdstuk III. B. Gemeente-politie. I. Personeel en dienstregeling. Het politiepersoneel in deze gemeente bestaat uit commissaris van politie, inspecteur, schrijver. 5 hoofdagenten. 5 agenten eerste klasse. 10 agenten tweede klasse. 14 agenten derde klasse. De dienstregeling is omschreven in ons verslag over 1895. Bij de op 1 Januari 1897 ingevoerde organisatie der poliie is de gemeente in 8 politiewijken verdeeld. Deze wijken zijn gedurende den nachtdienst behoorlijk bezet, doch al moge het personeel met twee agenten vermeerderd zijn, toch is het nog niet voldoende, om de wijken gedurende den dag zoodanig te bezetten, dat de openbare orde en veiligheid naar eiscli verzekerd zijn. Waar ettelijken van het personeel zich door ijver en plichtsbe trachting bijzonder onderscheidden, of wel buitengewone diensten bewezen, werd hun, op voordracht van den commissaris van po litie, evenals het vorig jaar, eene geldelijke belooning daarvoor toegekend. De in burgerkleeding dienstdoende hoofd- en subalterne agenten ontvingen voor die kleeding vergoeding, deels in verrekening met het bedrag, vastgesteld voor de uniformkleeding. Bij buitengewone dag- en nachtdiensten werd den agenten in hunne wachtkamer voor rekening der gemeente voeding en koffie verstrekt. Volgens de aanbestedingsvoorwaarden moeten de ten dienste der politieagenten te leveren kleedingstoffen aan een deskundig onder zoek worden onderworpen. Te dier zake is in 1901 uitgegeven ƒ20. Het getal agenten 3e klasse wordt opgegeven als te zijn 14, doch was in 1901 'nog 12. Eerst 1 Januari 1902 vermeerdert dat getal met tweekrachtens raadsbesluit van den 30. November 1901.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 262