Personeel der brandweer.
248
Opperbrandmeester de heer P. A. F. de Bont.
Adjunct-idem: de heer C. J. R. M. Laurijssen.
BRAND-
KRINGEN.
BRANDMEESTERS.
ONDERBRANDMEESTERS.
Bijzonderheden.
I.
"Wessem, F. J. H. van
P. M. Kuselbos.
F. de Volder.
De bode der brandweer
geniet ƒ60,— per jaar
en de opzichter van bet
materieel ƒ0,— alsmede
160 in de week voor
II.
woning.
III.
Smagghe, R. G. J. L.
Lindeman, F. A.
P. j. Schellekens.
J. Erkelens.
J. A. Willemse.
C. de Kanter.
r e belooning der wek
kers en brandgasten is
geregeld btj art. 3 der
verordening op de brand
weer, vastgesteld door den
gemeenteraad den 16 Juni
1891 en gewijzigd bij
besluit van 1 Januari
1896.
IV.
Leendertz, G.
G. van der Velden.
W. J. van Dongen.
P. A. Oomes.
In eiken kring is een
groote en kleine slangen
wagen
V.
Pauw Gerlings, H. J.J. de
A. H. Knibbeler.
De beer A. H. Knib
beler is overleden en bij
besluit van B. en W.
van 20 Februari 1902
vervangen door den lieer
H. Knibbeler.
Bij den
slangen
wagen der
politie
en bij den
Segers, A. J. J.
Ch. P. Oomes.
wagen met
reddings
toestellen.
Het getal brandgasten bedraagt 90, onder welken 24 wekkers.
Bode der brandweer en opzichter van bet materieel is B. van Trier.