251
van hulde aan den heer Lamers, thans moeten wij een woord van
waardeering brengen aan zijne nagedachtenis. Dit jaar verloor ons
college in hem een raadgever, wiens zienswijze de algemeene ap
preciatie mocht verwerven. Daarom achtten wij ons verplicht ons
door eene deputatie te doen vertegenwoordigen bij den tocht naai
zij ne laatste rustplaats.
Eervol ontslag werd verleend aan den heer G. van der Sande en
in diens plaats benoemd de heer C. de Kanter.
Het was ons college hoogst aangenaam kennis te nemen van de
waardeerende woorden die in het verslag der gemeente-begrooting
ten onzen opzichte voorkwamen en geven wij U de verzekering, dat
wij hierdoor dankbaar getroffen werden.
Breda, den 29. Maart 1902.
De opperbrandmeester,
P. A. F. DE BONT.
De secretaris,
It. G. J. L. SMAGGHE.