Nationale militie en schutterij. HOOFDSTUK VII. A. Nationale militie. Het getal ingeschrevenen in het jaar 1901 voor de lichting 1902 bedroeg 250, hiervan af 1, overleden, en 1 wiens voogd elders woon achtig was, rest 248, waarvan 25 vóór hunne inschrijving in dienst waren. De loting had 8 en 9 October geregeld plaats. Het getal te leveren manschappen bedroeg 52. Van de 248 lotelingen werden vrijgesteld of tot den dienst aan gewezen, als volgt Vrijgesteld a. door ziekten of gebreken14 b. bij gemis aan lengte8 c. wegens broederdienst51 d. wegens eenigen wettigen zoon23 e. in dienst bij de zeemacht1 f. in dienst bij het leger hier te lande21 g. kadet aan de K. M. academie of de kadettenscliool 2 h. tot den dienst aangewezen128 248 5 lotelingen werden na de inlijving door gedeputeerde staten af gekeurd en vervangen. Van die 5 werden twee afgekeurd en deze moesten weder vervangen worden. Doordien een loteling, ingevolge art.' 55 no. 3, voor altijd van den dienst werd uitgesloten, moest no. 134 worden opgeroepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 307