299 den len korpsprijs, zijnde eene verguld zilveren medaille, terwijl de heeren A. van Helvert en Adr. Broekaart een prijs op de vrije baan behaalden, resp. den 2en en den 6den. 15 September nam de vereeniging deel aan den nationalen schiet wedstrijd, uitgeschreven door de Kon. Erk. schietvereeniging ,,De Zwarte Roos" te Dordrecht. Zij behaalde aldaar niet minder dan 4 medailles, en wel3den korpsprijs, zilveren medaille, met cylindergeweer, 6den korpsprijs, bronzen medaille, met de buks, beide medailles met diploma. De heer J. Bouwens behaalde aldaar eene verguld zilveren eere medaille, als zijnde de hoogste korpsschutter, terwijl de heer A. Deijkers eene zilveren dagmedaille mocht verwerven. De heer M. Schrauwen behaalde aldaar nog een prijs op de vrije baan. Niet minder dus dan 7 medailles mocht „Nederland en Oranje" dit jaar aan haar banier hechten, een bewijs, zooals wij bij het begin van ons verslag schreven, dat er bij de vereeniging met vlijt en eendracht van de oefeningen wordt gebruik gemaakt en veel voor uitgang, en zéér zeker in den loop van dit jaar, kon worden gecon stateerd. 29 September werd door de vereeniging een schietwedstrijd ge geven op de schietbanen te Etten, waarbij benevens 2 korpsmedail les een fraaie collectie personeele prijzen waren disponibel gesteld. Niet minder dan 12 schietvereenigingen waren opgekomen, zoodat „Nederland en Oranje" zich in een flinke opkomst mocht verheu gen, en de wedstrijd, welke zeer geanimeerd was, in de beste orde en tot ieders tevredenheid afliep. 26 November herdacht de vereeniging haar 12i-jarig bestaan, welk feest door de leden met buitengewonen luister werd gevierd, en wel op 26 November door h.li. leden en op 30 November d. a. v. door h.h. leden met hunne dames bij welke gelegenheid aan H. M. de Koningin en den Prins der Nederlanden een telegram van hulde werd aangeboden en de vereeniging het genoegen mocht smaken van Hoogst Dezelven een gelukwensch en dankbetuiging voor aan geboden hulde mocht terugontvangen. Dankbaar voor de bescherming, welke de vereeniging van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 319