314 bij de kostelooze scholen. Waar schoolgeld verschuldigd is, zorgen de ouders gewoonlijk wel voor een geregeld schoolbezoek. Meermalen is het voorgekomen, dat de ouders niet voldoende op de hoogte bleken te zijn van de bepalingen der leerplichtwet. De kinderen werden somtijds om geoorloofde redenen thuis gehouden, zonder dat die redenen ter kennis waren gebracht van het hoofd der school, of althans voor het hoofd der school aannemelijk wer den gemaakt. Slechts enkele malen werd armoede of gebrek aan kleeding en schoeisel als reden voor schoolverzuim opgegeven, doch die opga ven bleken gewoonlijk erg overdreven te zijn, ofwel het gebrek was van dien aard, dat daaraan door de goede zorgen van enkele onzer commissieleden, tevens leden van liefdadige instellingen, op zeer gemakkelijke wijze kon worden tegemoet gekomen. Nu en dan bleek, dat het schoolverzuim ook had plaats gehad buiten voorkennis der ouders. Waar dit verzuim aan onvoldoend toezicht der ouders moest worden toegeschreven, hetgeen meestal het geval was, hebben wij hen met den meesten ernst op hunne verplichtingen gewezen en hen uitgenoodigd maatregelen te nemen, om dit verzuim zooveel mogelijk te beperken. Het meeste schoolverzuim werd geconstateerd bij kinderen van 10 tot 13 jarigen leeftijd, welke kinderen in de huishouding moesten behulpzaam zijn, ofwel, zooals ook enkele malen werd waargeno men, in dienstbetrekking of op eene fabriek geplaatst werden. Wij erkennen gaarne, dat het voor sommige ouders, die een groot gezin hebben en die beiden uit werken moeten gaan, om in het noódige onderhoud te voorzien, dikwijls zeer bezwarend is, om hunne kinderen geregeld naar school te zenden, doch bij eenigen goeden wil kunnen die bezwaren meestal worden overwonnen, zoo als ons dan ook herhaaldelijk bij de gehouden samensprekingen is gebleken. Wanneer bovendien ziekte in bet gezin of andere ernstige omstandigheden het schoolverzuim noodzakelijk maken, verleent de wet aan de hoofden van scholen de bevoegdheid, dit verzuim als geoorloofd aan te merken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 334