318 bezocht hadden en door de moeder werden geëxploiteerd tot be delarij. Rekening houdende met de wenschen van de aansprakelijke per sonen, werden 2 kinderen geplaatst op bijzondere en de 4 overigen op de openbare scholen in deze gemeente. Ofschoon wij hiermede zijn genaderd aan het einde van ons jaar verslag, vermeenen wij toch, dat dit verslag hoogst onvolledig zou zijn, wanneer daaraan niet tevens werd toegevoegd een beknopt overzicht, waaruit blijkt, in hoever de bemoeiingen onzer com missie van invloed zijn geweest op het schoolverzuim en in hoever de leerplichtwet voor deze gemeente kan geacht worden aan haar doel te beantwoorden. Daartoe in staat gesteld door de welwillend verstrekte opgdven van de verschillende hoofden van scholen, kunnen wij het volgende mededeelen 54 kinderen, wier ouders voor onze commissie zijn opgeroepen geweest, bezoeken sedert geregeld de school, of althans het school bezoek is beter geworden van 34 kinderen echter is het schoolbezoek nog zeer ongeregeld. Kinderen, voor wie de aansprakelijke personen reeds in Maart en April voor onze commissie zijn verschenen, hebben nadien bijna nooit de school bezocht. Anderen zijn als leerling van eene bijzon dere school geroyeerd wegens voortdurend schoolverzuim. Een en kele heeft sedert Juli nog 50 schooltijden en een ander leerling sedert 4 December nog 12 schooltijden verzuimd. Niet .minder dan 12 leerlingen hebben in 1901 de school voor goed verlaten, met het doel om verder geen onderwijs meer te genieten, zonder dat door hen aan de bepalingen der leerplichtwet is voldaan. Van de 6 in de maand Augustus ambtelijk ingeschreven leerlin gen zijn er 4, die sedert geregeld de school bezoeken, doch de beide anderen zijn tot nog toe niet verschenen, zoodat de ouders zich blijkbaar om die inschrijving niet bekommerd hebben. En nu vragen wij ons af, is het niet treurig, dat op dergelijke feiten van voortdurend schoolverzuim de aandacht moet gevestigd worden, niettegenstaande de leerplichtwet met mildheid kan wor den toegepast?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 338