359
Met leedwezen zag de commissie den lieer Van Neck, een zeer
bekwaam en ijverig docent, heengaan.
Bij raadsbesluit van den 26. October werd in zijn plaats benoemd
de heer G. M. van Riemsdijk, leeraar aan de gemeentelijke lioogere
burgerschool te Almeloo.
De heer Van Riemsdijk zal den 1. Januari 1902 in functie treden.
De lesuren van den heer Van Neck werden, van 15 November tot
aan de Kerst-vacantie, waargenomen door de leeraren der school.
De heeren J. P. van der Meulen en J. H. Sauveur, in 1900 benoemd
tot tijdelijke leeraren aan de school, werden in de gemeenteraads
zitting van 20 April 1901 definitief benoemd de heer J. P. van der
Meulen voor wiskunde en rechtlijnig teekenen, de heer J. H. Sau
veur voor de Pransche taal en letterkunde.
De tijdelijke leeraar J. H. F. Rodenburg, die nog niet in het bezit
is van de volledige bevoegdheid, werd in dezelfde raadszitting voor
het cursusjaar 19011902 herbenoemd als leeraar in de Hoogduit-
sche taal. s s* i r
Eindelijk werd in de gemeenteraadszitting van 25 Mei 1901 tot
leeraar in de gymnastiek benoemd de heer Th. M. F. M. Siegmund
te Breda met ingang van 1 September trad de heer Siegmund als
zoodanig op.
Het personeel der hoogere burgerschool bestaat dus met ingang
van den lsten Januari 1902 uit de heeren
B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wis
kunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
J. P. van der Meulen, leeraar in de wiskunde en het rechtlijnig
teekenen
A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde
P. G. Tiddens, doctorandus in de wis- en natuurkunde, leeraar
in de natuurkunde en de cosmographie
Dr. W. Reinders, leeraar in de scheikunde
Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, natuurkunde
en cosmographie
J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en staatswetenschap
pen