398 Ingevolge de verordening op de ambachtsschool was de heer W. J. Slechtriem, uit». December 1901, aan de beurt van aftreding. Wij hadden het genoegen den heer Slechtriem op onze aanbeve ling door uwen raad herbenoemd te zien, wat wij te meer op prijs stellen, omdat genoemd lid reeds van af de oprichting der school als een der ijverigste leden is werkzaam geweest, wien wij dan ook nog vele jaren toewenschen, om met ons de belangen der school te blijven behartigen. De commissie bestaat thans uit de heeren E. H. A. Guljé, voorzitter. W. J. Slechtriem. P. Otten. L. H. Nusselein. J. Lijdsman. J. A. J. W. van Hal. P. J. van Aalst. J. J. Harte, secretaris. In den geregelden loop van eens per maand te vergaderen, bracht zij geene verandering en hield die des zomers, den eersten Donder dag, des winters, den eersten Woensdag van iedere maand. Buiten gewone vergaderingen werden niet gehouden. Ook de gewoonte, om twee leden beurtelings gedurende eene maand toezicht te doen houden op den gang van het onderwijs, ble ven wij getrouwhet biedt hun de gelegenheid zich in het onder wijs te werken en zij kunnen desgevraagd eene uitmuntende vraag baak zijn voor allen, die zich nader met het streven en wezen van ons onderwijs op de hoogte willen stellen. Hopen wij, dat het uwe commissie moge gegeven zijn, nog vele jaren in denzelfden goeden geest te blijven arbeiden aan de verwe zenlijking van het grootsche doel, dat de stichter onzer school zich heeft voorgesteld. Leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 418