f 9110,— 400 jaarw. f 1800,- Het onderwijzend personeel bestond op den 1. Januari 1902 uit de heeren J. J. Harte, directeur P. C. Bagchus, onderwijzer i/h lijnteekenen en plaatsvervangend directeur J. N. T. Burning, leeraar i/h handteekenen J. van Zijp W. W. Plasman, hoofdonderwijzer, belast met het theoretisch vakonderwijs L. Slechtriem, assistent, id J. W. Kannemans, onderwijzer in het teeke nen van ijzerconstructies L. C. van der Pol, le onderw. i/h timmeren J. M. Smeekens, 2e en assistent bij het lijnteekenen J. B. Snelders, onderwijzer i/h smeden G. M. den Blinde, onderw. i/h smeden H. A. G. Vrensen, onderw. i/h schilderen M. Bakx, onderw. i/h meubelmaken Van de leerlingen. Het getal leerlingen was op 31 December 1900, 184, of 7 meer dan op hetzelfde tijdstip, een jaar te voren. Tijdens de aangifte van nieuwe leerlingen, deed zich de wensclie- lijkheid gevoelen, den aanvang van den nieuwen cursus, in plaats van 1 April, te bepalen op 1 Mei. Ons voorstel, dat zijn oorsprong vond in de invoering van de wet op den leerplicht, vond een gunstig onthaal en het desbetreffend artikel der verordening werd door uwen raad in bovengenoemden zin gewijzigd. Voor den nieuwen cursus 19011902 hadden zich aangemeld 79 jongelieden, waarvan 4 zich terugtrokken en 75 aan het toelatings examen deelnamen. Van deze konden 9 niet aan de gestelde eischen voldoen, zoodat 66 jongelieden werden toegelaten. Om voor ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 420