408 gemeente Breda, voor al hetgeen zij ook dit jaar wederom deden, om ons in onze pogingen te steunen. Wij waardeeren dien steun ten zeerste daardoor was het ons mogelijk, den strijd dien de school in de laatste jaren te voeren heeft gehad tegen onbekendheid en onwetendheid tot een goed einde te brengen. Haar goede naam is niet geschaad geworden, integendeelgrooter dan ooit was het getal ouders, die hunne kin deren dit jaar aan onze zorg toevertrouwden. Wij hopen en vertrouwen dan ook, dat zij, die wij met de oplei ding der jeugd belast hebben, voort zullen gaan in het vormen van degelijke en bekwame werklieden, gehard tegen den strijd om het bestaan, gehard tegen alle verleiding, een kern vormende van flinke werklieden, eenmaal geroepen hechte steunpilaren te worden der maatschappij. Daarom ook een woord van dank aan het onderwijzend perso neel, voor die opvatting hunner moeielijke, doch schoone taak en alvorens te besluiten, wijden wij dan een woord van dankbare her innering aan den edelen man, die ons tot het volvoeren van dat verheven werk in staat stelde die met zijn diepe kennis en helde ren blik in de toekomst, reeds voor jaren de grondslagen legde voor datgene, wat thans alom in Nederland eene behoefte is geworden. Wij eindigen dit ons verslag met den wenscli uit te spreken, dat het ons moge gegeven zijn, nog vele jaren te mogen arbeiden aan de verwezenlijking van dat schoone en verheven doel, tot heil en welzijn van den Bredaschen werkman en tot meerdere eer van den naam van Dokter van Cooth. Breda, 28 Februari 1902. De commissie voor de ambachtsschool En. GULJE, voorzitter. J. J. HARTE, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 428