443 niet van den omvang der werkzaamheden, verbonden aan de vol brenging der taak, die op de schouders van het armbestuur rust. In onze vorige verslagen maakten wij daarvan reeds melding, vooral in het verslag over 1900, waarin wij om een duidelijke schets van den toestand van het armwezen te Breda te geven, de ongun stige ligging van Breda wij mogen dit ten opzichte van dit punt met gerustheid zeggen beschreven. Evenals in dat jaar kwamen ook weder in den loop van 1901 meermalen gevallen voor, waarbij in omliggende gemeenten metter woon gevestigde lieden zich aanmeldden om onderstand. Zoo kwam onder meer eene vrouw, gewapend met een bewijs van den gemeen te-geneesheer om een breukband. Op de haar gestelde vraag waar zij woonde, gaf zij op „het Dijkje". Bij onderzoek bleek echter, dat zij wel in de nabijheid van genoemde plaats woonde, maar toch te 's Princenhage tehuis behoorde. Zij werd afgewezen. In October meldde zich een 19-jarige jongeling aan gewapend als voor om in het gasthuis te worden opgenomen. Bij onderzoek kwam aan 't licht, dat deze minderjarige te Tilburg domicilie had en naar Breda was gekomen, omdat hij te Tilburg niet werd opge nomen. Hij gaf voor koopman te zijn in papier en potlood dus ook weer een, die zooals wij in ons vorig jaarverslag meldden on der de vermomming van koopmanschap het bedelaarsbedrijf uit oefende. Hij werd eveneens afgewezen. Veel meer van dergelijke gevallen komen vooren zelfs betrek kelijk veel ingezetenen dezer gemeente beproeven van het armbe stuur onderstand in dezen of genen vorm los te krijgen, waaronder zelfs lieden voorkomen, die in het genot van vast werk zijn. Zij schijnen en schamen er zich niet voor de spreekwijze in toe passing te brengen „het vragen staat vrij." Dank zij de medewerking, die ons bestuur hieromtrent van heeren fabrikanten en werkgevers mag ondervinden, door welwillend op onze verzoeken ons de noodige inlichtingen te verstrekken, kunnen wij met gerustheid het ontbrekende aan voormelde spreekwijze „en het weigeren erbij" meermalen toepassen. Het volgende niet het eenige voorbeeld diene als bewijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 463