446
zeerste aan te bevelen in de welwillende door ons zeer gewaardeerd
wordende belangstelling van uwen raad.
Breda, den 8. Februari 1902.
Het burgerlijk armbestuur
J. A. J. W. VAN HAL, voorzitter.
A. P. DE GROOT, rentmeester.
AANHANGSEL.
Behalve de verzorging der armen omschreven in vorenstaand
verslag en behalve, dat sedert 1897 telken jare, daags vóór Kerst
mis, voor rekening van een weldoener te dezer stede die onbe
kend wenscht te blijven eene buitengewone bedeeling ten be
hoeve der door ons bestuur bedeeld wordende armen wordt gehou
den, is het ons bestuur een hoogst aangename plicht te kunnen
mededeelen, dat op voorstel van heeren burgemeester en wethou
ders door den raad dezer gemeente in zijne vergadering, gehouden
op Zaterdag, den 26. Januari 1901, besloten werd, den huwelijksdag
onzer geëerbiedigde Koningin Wilhelmina (7 Februari 1901) ook
voor de armen van Breda een feestdag te doen zijn en wel door
op dien dag eene buitengewone bedeeling te doen houden en waar
voor een bedrag van ƒ800,werd toegestaan.
Het voorstel van den voorzitter van ons bestuur om de te houden
bedeeling te doen zijn als die, gehouden den 11. October 1894 van
de door Hare Majesteiten de Koninginnen geschonken ƒ800,— bij
gelegenheid van Hoogstderzelver bezoek aan Breda op 25 Septem
ber 1894, vond bij de overige leden ingang en werd alzoo besloten.
In navolging van 1894 werd aan de armen van Breda in de plaat
selijke bladen eene oproeping gedaan om ingeval zij van deze
bedeeling, die den 7. Februari, beginnende des voormiddags om 9
uur, in de boterhal zou plaats hebben, wilden genieten zich daar
toe moesten aanmelden op Woensdag of Donderdag, 30 en 31
Januari, in de regentenkamer in de Molenstraat, alwaar daartoe
door den rentmeester van ons bestuur zitting zou worden gehouden.
Des Donderdags om 5 uur namiddag hadden zich aangemeld 788
eenloopende personen en hoofden van gezinnen.