459
Bij den aanvang van de algemeene beschouwingen omtrent den
toestand der bank van leening over het afgeloopen dienstjaar, werd
gewezen op de vermindering van beleeningen en lossingen en de
daaruit voortgevloeide minder verkochte panden.
Dit verschijnsel is niet onverklaarbaar.
De algemeene maatschappelijke toestanden zijn er niet op ver
beterd.
Het in eigendom hebben van kostbare voorwerpen vermindert.
De waarde vermindering van bijna alle ter beleening aangeboden
goederen houdt stand, vooral de manufacturen en de gemaakte
kleederen, omdat de koopers meer rekening houden met de eischen
der mode, dan met soliditeit.
Dientengevolge wordt de noodige voorzichtigheid bij de ter be
leening aangeboden panden in acht genomen, zoodat het dan ook
meermalen voorkomt, dat panden moeten geweigerd worden als
niet beleenbaar.
De ter beleening aangeboden goederen, die reeds 15, 16 of 17
maanden, sommige nog langer, beleend zijn geweest, en dan onder
den invloed van twijfelachtige waarde minder geworden zijn, moe
ten tot een minimum worden teruggebracht of niet opnieuw wor
den aangenomen.
Om uitbreiding van risico in de toekomst te voorkomen, moet de
basis voor de beleening zijn en blijven ,,de opbrengst der goede
ren bij de publieke verkoopingen."
In verband met bovenstaande zijn de oorzaken aangeduid, waar
door de beleeningwaarde der aangeboden panden is verminderd en
ook het aantal gedane beleeningen, lossingen en verkoopingen klei
ner geworden is.
In de samenstelling onzer commissie kwam geene wijziging, daar
in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van den heer
H. H. van Mierlo, door diens herbenoeming werd voorzien.
Het traktement van onzen pandbewaarder J. J. Thillier is bij be
sluit van den gemeenteraad met ingang van 1 Januari 1900 ver
hoogd met 100,—.
De rentestandaard is bij koninklijk besluit van den 8. December