4fi0 1899 no. 2, voor den tijd van drie jaren, d. i. van den 1. April 1900 tot den 1. April 1903, behouden op twaalf ten honderd voor alle be leende panden. De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van f 25000,— onder bepaling, dat de eventueele winst aan de gemeente zal wor den uitgekeerd tot een maximum van 4% van het opgenomen kapi taal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1887). Op 31 December 1901 was opgenomen f 10500, De instelling staat onder beheer eener commissie van vijf leden, door den gemeenteraad te benoemen en voorgezeten door den heer burgemeester. Deze commissie was op 31 December 1901 samengesteld uit de volgende heeren Ed. H. A. Guljé, lid en voorzitter. C. M. W. Steins Bisschop, J H. H. van Mierlo, leden. Mr. H. R. van Maasdijk, l Mr. W. IngenHousz, lid dn secretaris. Directeur der bank is A. J. B. Stap. De verdere beambten zijn J. A. Besier, secretaris-schatter. J. J. Thillier, pandbewaarder. De gebouwen bevinden zich in goeden staathet onderhoud wordt zuinig en oordeelkundig uitgevoerd. Het personeel, aan de inrichting verbonden, onderging geene ver andering het kweet zich, evenals andere jaren, met ijver van zijne taak. De gevoerde administratie gaf geen aanleiding tot opmerkingen alle in het reglement voorgeschreven registers werden dagelijks bijgehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 480