471 Onze aankoopvereeniging, bestaande uit enkel landbouwers (hoveniers), telde over 1901 een 50-tal leden en er werd voor ruim f 15000,aangekocht, meest voederartikelen. Moeten wij tot ons leedwezen melding maken van het verlies dat ons gewest en daardoor ook onze afdeeling leed door het ver trek van den zeer kundigen en hulpvaardigen rijkslandbouw- leeraar, den heer P. van Hoek, die tot een hooger ambt geroepen werd, aan de andere zijde hebben wij te wijzen op twee verblij dende feiten, n.l. de benoeming van een rijkslandbouwleeraar en van een rijkstuinbouwleeraar, beiden met Breda als standplaats. Van de benoeming van een rijkstuinbouwleeraar meenen wij voor onze groenten- en oofttelende streek heilzame gevolgen te mogen verwachten. In overleg met laatstbedoelden ambtenaar nam ons bestuur in den loop van 1901 het initiatief tot het vormen eener vereeniging, die ten doel had het inrichten van een tuinbouwproeftuin alhier. Het bestuur der Heide Maatschappij (afdeeling Breda e. o.) ver leende daarbij gaarne zijne medewerking, terwijl aan onze uitnoo- diging om mede deel uit te maken van de op te richten vereeniging welwillend gehoor werd gegeven door verschillende heeren, van wier belangstelling wij reeds tevoren overtuigd waren. Zoo ontstond de vereeniging „Noord-Brabant's Proeftuin", goed gekeurd bij koninklijk besluit van 14 December 1901, die reeds een perceel grond, gelegen in den Belcrumpolder te Teteringen, heeft gehuurd en nog over 1901 een rijkssubsidie heeft ontvangen van f 750,—. Wij vertrouwen dat bedoelde proeftuin, die onder technische leiding staat van den rijkstuinbouwleeraar, zeer bevorderlijk zal zijn aan den tuinbouw in onze omgeving, die nog aanmerkelijk ten achter is bij andere streken, als het Westland, Zwijndrecht e.a. Hebben wij in ons verslag over 1900 gewezen op den strijd tus- schen de Maatschappij van Landbouw en den Boerenbond, welke strijd destijds met het oog op het verleenen van een provinciaal subsidie in eene bedenkelijke phase verkeerde, thans kunnen wij mededeelen dat er nu uitzicht op bestaat dat de Maatschappij we-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 491